Na de koers vrijdag, trok ik zaterdag voor een kleine 80km met Yannis met de MTB op pad. Die is volop gemotiveerd aan het trainen voor de Stoneman die we volgende week afrijden over 3 dagen (178km) en de Transmaurienne in augustus. Hij vliegt zo stilaan met zijn MTB. Vooral als het bergop gaat, krijg ik het heel lastig om hem te blijven volgen. De koersbenen van de vliegmeeting gisteren in Zolder lieten zich ook nog wat voelen. Ik was dus zaterdagnamiddag behoorlijk bekaf toen we aan het afgesproken ijssalon in Goé afspraak hadden met Pascale en Emma.
Voor zondag hadden we toch al een eerste trailrun gevonden in onze omgeving daar, meetellende voor het in de regio bekende Challenge l' avenir. 15 of 25km in Banneux. Yannis en ikzelf waren beiden benieuwd hoe de benen hersteld zouden zijn.
Terwijl Emma en Pascale al weg waren om de 15km te wandelen trokken wij ons later op gang.
Ikzelf probeerde toch meteen een vlot tempo te zoeken. Maar van in de start volgde de ene muur na de andere zich op. Bergop- of bergaf lopen was bij momenten bijna niet mogelijk. Op de hellingen was ik van de deelnemers rond mij meestal de enige die nog liep, alhoewel dat de tijdswinst die ik daarmee boekte minimaal en was ik dat meestal op die heel steile afdalingen nogal snel weer kwijt. In totaal zouden we toch bijna een 800-tal hoogtemeters moeten overwinnen.
Toch kan ik mijn wedstrijd mooi opbouwen. Ik loop echt goed. Ik geniet er van. De basis uithoudingstrainingen die ik tijdens de lockdown deed hebben duidelijk effect. Op 5 km van de meet kom ik nog bij vriend en eeuwige wedstrijdconcurrent Dirk Beullens. Tja, we hebben beiden een rotkarakter en kunnen het niet laten om te strijden met het mes tussen de tanden. Ik leek het te kunnen halen, maar op de eindeloze klim van 3km naar de aankomst, moest ik uiteindelijk toch de duimen leggen.
Ik werd toch 17de op 74 in 2u13min30.
Yannis liep ook een sterke wedstrijd. Op de 14km eindigde hij 7de op 123 in 1u06.